Studiedagen over kind(ouder)gesprekken
Praten mèt kinderen in plaats van over kinderen: ik kom steeds meer leerkrachtenteams tegen die hier serious business van willen maken. Onze Conny heeft er in het najaar van 2017 zelfs een hele website aan gewijd. En onze Emma is met Luistervermogen en Great Communicators snode plannen aan het beramen om dit samen met kinderen en leerkrachten te doen.
Ook ik zit deze week volop in de voorbereiding voor een studiedag over dit thema in Breda. Ik ben samen met een klein deel van het team en de schoolleider het programma aan het maken. Zoals vaker komt dan de vraag ‘moeten we echt al gaan oefenen met de gesprekken? Moeten we niet eerst ons verdiepen in de theorie?’ Heerlijk vind ik dat. Leerkrachten, zelfbenoemde ‘echte doeners’, die toch nog heel even de theoretische basis willen doornemen. Even the moment of truth uitstellen. En toch fiets ik steevast een rondje oefenen in zo’n programma in. Gesprekken voeren is doen: oefenen, oefenen, oefenen. Het is een schoolvoorbeeld van daar waar het leren een beetje pijnlijk wordt. Want jezelf terugzien op video, of alle ogen van je collega’s op je gericht hebben terwijl je net iets te vaak gesloten vragen stelt, te veel Invult Voor Een Ander (NIVEA), te weinig LSD gebruikt (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen) en teveel je OMA meeneemt (Opinies, Meningen, Adviezen) is niet fijn.
Een maand geleden had ik een prachtige ervaring met een leerkracht tijdens het oefenen van gesprekstechniek. We oefenden oplossingsgericht een gesprek voeren tussen volwassenen. Eén leerkracht gaf aan beter te willen leren observeren en kinderen een aanbod te kunnen doen in hun zone van naaste ontwikkeling. Maar ze liep een beetje vast in hoe ze een volgende stap kon zetten om dit bij zichzelf te ontwikkelen. De leerkracht die het gesprek met haar voerde als coach (die dus de techniek aan het oefenen was om hier oplossingsgericht mee om te gaan) liep vast in zijn collega verder helpen.
“Maar ik weet wat ze het beste zou kunnen doen! Waarom mag ik dat niet gewoon zéggen!” De frustratie was te zien in zijn ogen. “Maar dat is niet háár oplossing, het komt niet uit háár!” riepen drie collega’s naar hem terug.
We kwamen in een gesprek terecht over ‘de beste oplossing’, hoe kom je daar eigenlijk toe? En hoe help je iemand eigenlijk? Zonder initiatief te ontnemen of verantwoordelijkheid? Wat is eigenlijk het best mogelijke helpen?
Die ene leerkracht was daar, ook na het gesprek met zijn collega’s nog niet helemaal uit. Zijn oplossing was nog steeds het beste idee. Blijven oefenen dus maar! En mijn tip aan de schoolleider: vooral hierover blijven praten met het team!