Portfolio als leermiddel of leerlingvolgsysteem
Er kan onderscheid worden gemaakt tussen het portfolio als leermiddel en het portfolio als leerlingvolgsysteem(LVS) (Castelijns & Kenter, 2005).
Er kan onderscheid worden gemaakt tussen het portfolio als leermiddel en het portfolio als leerlingvolgsysteem(LVS) (Castelijns & Kenter, 2005).
Wanneer het portfolio als leermiddel wordt gebruikt verwerven leerlingen door middel van portfolio gebruik kennis en vaardigheden die zij nu en in de toekomst kunnen gebruiken. Het leerrendement ligt hierbij vooral in de reflectie van de leerlingen.
Reflecteren is een bewust mentale activiteit die inzicht biedt in de manier waarop we leren en de resultaten daarvan (Castelijns & Kenter, 2005).
Leerlingen ontwikkelen reflectie vaardigheden niet vanzelf, zij hebben daarbij hulp nodig van de leerkracht. Met vragen van bijvoorbeeld de leerkracht kunnen leerlingen gestimuleerd worden na te denken over hun eigen ontwikkeling (Kenter, Janssen & Castelijns, 2002). Op die manier laat de leerkracht leerlingen inzien hoe zij leren en op welke manier dat resulteert in de resultaten die zij behalen. Daaruit kan worden afgeleid welke kennis en vaardigheid zij nog niet (genoeg) ontwikkeld hebben Een ‘meerwetende ander’, bijvoorbeeld de leerkracht, kan leerlingen ondersteunen bij het verder ontwikkelen van deze kennis en vaardigheden. Dit wordt ook wel zone van naaste ontwikkeling genoemd (ZNO) van Vygotsky (1978).
Het portfolio kan ook gebruikt worden om de ontwikkeling van leerlingen te meten, het portfolio wordt dan als LVS gebruikt. Het belangrijkste verschil is dat leerlingen met het portfolio als instrument worden vergeleken met zichzelf in plaats van met anderen, wat met andere leerlingvolgsystemen vaak gebeurd (Castelijns & Kenter, 2005).
Het bekendste LVS is het leerling- en ontwikkelingvolgsysteem van CITO (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling). Zij stellen hun toetsen samen door opdrachten te bedenken die aansluiten bij de leerlijnen en het niveau dat van leerlingen in een bepaalde leeftijd verwacht mag worden. De score die leerlingen behalen hangen af van de gemiddelde scoren die alle leerlingen behalen.
Welke informatie geeft deze score echter over de ontwikkeling van het kind? Het geeft geen duidelijk beeld van het waarom leerlingen op bepaalde vlakken bepaalde scoren behalen en geeft dus geen compleet beeld van de ontwikkeling van het kind. Het portfolio kan helpen een beeld van de ontwikkeling van de leerling weer te geven, zowel in de diepte als in de breedte (Castelijns en Kenter, 2005).
De zone van naaste ontwikkeling is het verschil tussen wat een leerling met en zonder de hulp van de leerkracht kan
Cito werkt aan een nieuwe manier zodat leerlingen kunnen laten zien welke leerdoelen zij al beheersen: groeimeter.