Opbouw van een gesprek
Een gesprek bestaat uit een voorbereiding, een introductie, de kern van het gesprek en de afsluiting en afspraken. Ook het vastleggen van de afspraken hoort erbij.
Een gesprek bestaat uit een voorbereiding, een introductie, de kern van het gesprek en de afsluiting en afspraken. Ook het vastleggen van de afspraken hoort erbij.
In de voorbereiding van een gesprek denk je na over de aanleiding en het doel van het gesprek. Gespreksdoelen kunnen gericht zijn op kennis, op houding en op gedrag. Denk van tevoren ook na over het verloop van het gesprek en bereidt dit voor. Daarmee kun je een logische volgorde geven aan de informatie die je wilt vertellen of aan de vragen die je wilt stellen. Het is fijn gesprekspunten vooraf op papier te zetten en naast je te leggen tijdens het gesprek.
De aanloopfase bestaat uit het binnenlopen en de eerste dingen die je zegt. In deze fase verwelkom je kind en evenueel ouders en je zegt iets leuks om het ijs te breken en een fijne sfeer te creëren. Daarmee stel je het kind gerust.
Het echte gesprek start met de planningsfase. Hierin leg je kort uit waarom jullie het gesprek voeren, wat het doel van het gesprek is, waarover jullie vooral zullen praten en welke randvoorwaarden er zijn zoals tijdsplanning. Verder vertel je hoe je het gesprek gaat voeren, bijvoorbeeld dat jij vooral vragen stelt, en wat je van het kind (en de ouders) verwacht.
De themafase is de kern van het gesprek waarbij het onderwerp van het gesprek aan bod komt. De themafase loopt in elk gesprek weer anders en is afhankelijk van het doel van het gesprek:
De slotfase is de afronding van het gesprek. Hier wordt een kleine samenvatting van de inhoud van het gesprek gegeven, bij het kind (en eventueel de ouders) gecheckt of dit klopt en worden er eventuele afspraken gemaakt en schriftelijk vastgelegd.
Ook de GROW methode (Whitmore, 1992) kan helpen om het gesprek vorm te geven. GROW staat voor Goal, Reality, Options en Wrap up.