Een driehoeksgesprek is een gesprek waarbij leerkracht, ouder(s) en kind samen om tafel zitten. Wanneer kinderen meer eigen verantwoordelijkheid krijgen in het sturen van hun leerproces kunnen ouders hier ook op een sturende of ondersteunde manier bij betrokken worden.
Tijdens dit gesprek van 15 tot 30 minuten worden doelen en resultaten van de leerling doorgenomen, maar ook de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. De kunst is om dit als een gesprek plaats te laten vinden en niet als leerkracht in de “zendmodus” te gaan staan. Maak vooraf heldere afspraken zodat voor iedereen duidelijk is wat van hem of haar wordt verwacht. Belangrijk is dat het kind een aandeel heeft in het gesprek en er ruimte is voor zijn of haar inbreng.
Ook voor ouders is deze manier van gesprekken voeren heel anders dan de traditionele 10-minutengesprekken. Geef ouders tijd hieraan te wennen en informeer ouders tijdig en volledig over de verandering, de onderliggende visie en de aanpak.
Onderstaand filmpje is afkomstig van www.leraar24.nl, waarin leerkrachten vertellen wat driehoeksgesprekken zijn, hoe dit precies werkt en wat het effect is op de betrokkenheid van kinderen bij hun eigen leerproces.
Spreek schoolbreed met elkaar af wat de rol is van het kind in het gesprek. Zo kiezen scholen er soms voor het kind voorzitter te laten zijn. Bij jonge kinderen betekent dit bijvoorbeeld dat het kind werk aan de ouders laat zien en daar iets over vertelt. Oudere kinderen kunnen het gesprek uitgebreider vormgeven. Welke rol het kind ook krijgt, het verdient wel aanbeveling het gesprek samen met het kind inhoudelijk voor te bereiden. Hierdoor weet het kind wat er besproken gaat worden en dit zorgt voor meer betrokkenheid en eigenaarschap tijdens het gesprek.
De leerkracht is soms meer coachend, soms meer sturend. In ieder geval leidt de leerkracht het gesprek, maar kan dit deels delegeren aan het kind. Zeker als het gesprek samen is voorbereid, is dit makkelijker te realiseren.
Ook voor de ouder is het belangrijk te weten wat zijn of haar rol is tijdens het gesprek en welke inbreng wel of niet verwacht wordt van de ouder. De ouder krijgt van leerkracht en kind informatie over bijvoorbeeld de competenties, vaardigheden en sociale ontwikkeling. Daarnaast kan de ouder om inbreng gevraagd worden. Hulpvragen hierbij zijn bijvoorbeeld: Wat gaat goed? Wat kan beter? Wat is nodig?
Steeds meer scholen plannen aan het begin van het schooljaar kennismakingsgesprekken met ouders en leerling in. Dit gesprek is gericht op de ervaring van ouders met hun kind. Ouders weten immers hoe zij met bepaald gedrag kunnen omgaan, weten waar het kind behoefte aan heeft, waar extra aandacht voor nodig is, zij zijn wat hun kind betreft expert. Ook kunnen zaken als bijzonderheden in de ontwikkeling, samenstelling van het gezin, specifieke kind-, gezondheids- en gedragskenmerken aan de orde komen. De leerkracht heeft in dit gesprek een luisterende houding. Een tweede doel van deze gesprekken is dat ouders en leerkracht elkaar beter leren kennen. Deze gesprekken dragen zo bij aan het verkleinen van de afstand tussen school en ouders en dit maakt het samenwerken en communiceren gemakkelijker. Een format is in dit gesprek een prettig houvast.