Op het eerste gezicht lijkt er voor mij geen reden te zijn voor ontevredenheid wat betreft het onderwijssysteem. Voor de zomer heb ik mijn gymnasium loopbaan cum laude afgerond en daarvoor ben ik 12 jaar lang een modelleerling geweest. Het feit dat ik altijd bovengemiddeld heb gescoord is voor mij echter geen reden voor tevredenheid, althans niet meer.
Ondanks dat ik gezien mijn cijfers een ‘goede’ leerling was, denk ik dat ik vooral heel goed was in het maken van toetsen. Ik ervaarde proefwerken als een truc, die ik vaak had geoefend en geobserveerd. En toen ik eenmaal het wiel had uitgevonden, waren toetsen slechts een kwestie van telkens dezelfde truc uitvoeren. Ik begreep vooral de toets goed, de stof had ik me vaak veel minder eigen gemaakt. Toch ontving ik de beloning van hoge cijfers en daarbij kwam ook de vrijheid om tijdens schooltijd andere dingen te doen. Op de Radboud Universiteit Nijmegen kon ik bijvoorbeeld deelnemen aan een ‘VWO talentenprogramma’, wat inhield dat ik vakken van iedere bacheloropleiding die me interesseerde, mocht volgen.
De vrijheid om drie dagen per week naar school te gaan en de andere twee op de universiteit rond te neuzen gaf me de mogelijkheid bewust te groeien. Ineens hoefde ik niet meer alle lessen te volgen, naar mijn huiswerk werd niet meer gevraagd en doordat ik zoveel lessen miste, had ik invloed over welke toets ik wanneer maakte. Los van deze praktische zaken, kwam ik tot bloei door het vertrouwen dat mij werd gegeven. Kennelijk geloofden mijn docenten dat ik zelf de leiding kon nemen over mijn opleiding en door dit vertrouwen kon ik dat ook.
Ondanks dat ik hierdoor goed gedijde op school, viel het contrast tussen mijn realiteit en die van mijn medeleerlingen me steeds meer op. Zij moesten wel naar iedere les, alle opdrachten maken en hadden niets te zeggen over wat ze leerden. Ik zag jonge mensen onderpresteren, zich te pletter vervelen, maar ook aan de prestatiedruk ten onder gaan en bovenal geloven dat ‘school stom is’. Maar ik zag deze zelfde leerlingen buiten school prachtige verhalen schrijven, indrukwekkende evenementen organiseren, fanatiek sporten en hun naasten helpen met oneindig veel empathie en geduld – ik zag ze daar zichzelf ontdekken.
Was dat dan niet belangrijk?
Ik heb besloten om niet meteen na mijn middelbare schooltijd te gaan studeren, maar eerst een tijdje uit het systeem te stappen. Sindsdien werk ik onder andere voor Thomas en Charles en het valt me op dat ik vooral gebruik maak van de vaardigheden, die ik buiten school heb geleerd. Tijdens het organiseren van een evenement bijvoorbeeld, als leider van een commissie of club, of de planning skills die ik heb opgedaan toen ik maar de helft van de week op school was. Natuurlijk maak ik ook gebruik van de Nederlandse en Engelse taal en helpen de lessen filosofie en geschiedenis mij bepaalde gebeurtenissen in perspectief te plaatsen. De relevantie van Latijn is me echter niet meer helemaal duidelijk.
Belangrijker nog dan wat ik wel heb geleerd, vind ik wat ik niet heb geleerd. Hoe ik een balans kan houden tussen werk en alles daarbuiten bijvoorbeeld, hoe ik mijn eigen grenzen aangeef en hoe ik lastige gesprekken aan ga. Wat betreft ondernemerschap vond ik praten over geld maar eng en de eerste keer dat ik omzetbelasting moest aangeven duizelde het me. Fascinerend vond ik ook, dat ik er achter kwam dat ik nog nooit (bewust) leerdoelen voor mezelf had gesteld. Ik was zo gewend om gewoon naar school te gaan en ervan uit te gaan dat de docent wel over mijn leerdoelen had nagedacht, dat ik geen ervaring had met het reflecteren op mijn eigen leerproces.
Gelukkig heb ik dat laatste inmiddels geleerd, een van mijn leerdoelen voor komende tijd is dan ook het destilleren en formuleren van de essentiële Life Skills die ik ieder mens gun.
Meedoen? Vul ons formulier in!