Bekijk de video
Uitleg van de wet
Met de veranderde wet op onderwijstijd is er sinds 1 augustus 2015 in het voortgezet onderwijs geen urennorm meer per leerjaar. Als minimum wordt er een minimale urennorm per opleiding gebruikt[1]. Scholen mogen de uren dus grotendeels naar eigen inzicht over alle leerjaren verspreiden. Ook wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen maatwerkuren en reguliere onderwijsuren. Elk uur onderwijs zou maatwerk moeten kunnen bieden en in moeten kunnen spelen op de individuele behoefte van leerlingen.
Om iets onderwijstijd te kunnen noemen moet aan drie voorwaarden worden voldaan[2]:
- De onderwijsactiviteit moet gepland en verzorgd worden onder verantwoordelijkheid van de school;
- De onderwijsactiviteit moet uitgevoerd worden onder de pedagogisch- didactische verantwoordelijkheid van een docent of een ander die hier op grond van de wet mee belast mag worden (hiertoe bevoegd is). NB. De pedagogisch-didactisch verantwoordelijke hoeft de onderwijsactiviteit dus niet zelf uit te voeren en ook niet per se aanwezig te zijn (VO-raad, onderwijstijd als instrument). Denk bijvoorbeeld aan een gastcollege waarbij geen docent aanwezig is. Deze is wel eindverantwoordelijk, dus hij/zij moet bereikbaar zijn, maar mag dus iets anders doen in die tijd.
- De medezeggenschapsraad (MR) moet vooraf met de onderwijsactiviteit ingestemd hebben.
De gedachte achter deze wet is onder andere dat leerlingen een programma en/of lesrooster moeten kunnen volgen dat aansluit bij hun eigen behoeften. De officiële toelichting van de wijziging is te vinden in de memorie van toelichting. Door de mogelijkheid om eigen keuzes te maken over de invulling, spreiding en planning van onderwijstijd hebben scholen meer autonomie.
Aanbevelingen
Lees het hele onderzoeksrapport >
Lees de blog van junior onderzoeker Thomas van Kerkhof >
Lees de blog van docent en beleidsmedewerker Jorrit Blaas >
Dit project
In de schoolpraktijk horen wij vaak ‘dat kan niet’ of ‘dat mag niet’. Aan de andere kant horen we op het ministerie en bij de inspectie dat er maar weinig is dat echt niet mag of moet … wat gaat daar mis?
Door onze vrijheid van onderwijs en het beleid van de afgelopen 10 jaar is er wettelijk gezien relatief veel ruimte in het Nederlandse onderwijs om leraren en schoolleiders een eigen invulling te laten geven aan hun onderwijs. Maar waarom voelen zij zich dan toch beperkt in hun mogelijkheden?; Waarom wordt de ruimte die er is zo weinig benut?; Waarom zitten alle leerlingen in Nederland nog dagelijks op stoelen in de klas, terwijl dat wettelijk gezien niet hoeft en de meeste docenten graag vaker met hun leerlingen de wereld in zouden trekken onder schooltijd? Wat houdt docenten tegen om dat wat zij vanuit hun professie en ervaring goed achten te doen?
Wij denken dat een belangrijk deel van het antwoord op deze vraag ligt in de mythes die de ronde doen in onderwijs – onjuiste verhalen over wat wel en niet mag en kan. Verhalen waarvan de bron niet meer te herleiden is en die vaak ouder zijn dan de geldende wetgeving. Verhalen zoals die ook bij leerlingen de ronde doen: “Echt hoor, als de docent 5 minuten te laat is mag je weg.” en “Wist je dat niet? Als de hij de toets te laat teruggeeft krijgt iedereen een tien.”
Om te checken of ons antwoord klopt hebben we twee pilotonderzoeken gedaan. Met het pilotonderzoek dat hier voor u ligt willen we duidelijkheid scheppen over de wet op onderwijstijd. Uit de praktijk blijkt dat dit nu typisch een onderwerp is waarover veel onjuiste verhalen de ronde doen. Ook zien we dat de ruimte die de huidige wet rondom onderwijstijd biedt maar weinig wordt benut, terwijl we heel veel docenten kennen die hier dolgraag meer ruimte zouden willen pakken. Parallel deden we eenzelfde onderzoek naar examinering.
De opzet is simpel: We leggen zo duidelijk mogelijk uit wat er mag en moet (zie pagina 6) en daarnaast hebben twee jonge onderzoekers van Thomas en Charles onderzocht of wat er mag en moet ook kan. Samen hebben we conclusies getrokken over de uitdagingen die er in de praktijk voor zorgen dat de ruimte die de wet biedt nog weinig wordt benut. daarnaast hebben we aanbevelingen geformuleerd voor verschillende partijen in het onderwijsveld. Samen kunnen we ervoor zorgen dat de juiste verhalen de ronde doen en scholen de ruimte kunnen benutten naar eigen inzicht. We horen graag wat u ervan vindt!
Alette Baartmans en Jorrit Blaas
Alette is ontwikkelaar bij projectbureau Thomas en Charles en Jorrit is docent bij het Hyperion in Amsterdam en beleidsmedewerker op het Ministerie van OC&W.